|
![]() |
Papegaaien zijn intelligente dieren die, volgens sommige onderzoekers,
een intelligentie hebben van een kind van 3 tot 5 jaar oud. (Zie de
grijzeroodstaart papegaai Alex bij 'bekende exemplaren'). Hun
intelligentieniveau wordt daarom ook wel vergeleken met de intelligentie
van chimpansees en dolfijnen. Een goed opgevoede (huiskamer)papegaai is
zeer zeker niet eenkennig. Een papegaai die knauwt is een onzekere
papegaai. Onzekerheid kan weggenomen worden door goede omgang.
De grijze roodstaart is een typische boomvogel, en leeft in
tropische regenwouden,
mangroven
en de vochtige
savannen.
Aan de randen van het woud in het overgangsgebied naar het open land
vindt hij zijn ideale habitat. De roodstaart is schuw en blijft weg van
mensen, dorpen en steden. Net als alle andere vogels hebben de
papegaaien géén stembanden, en communiceren met elkaar met harde
schreeuw- en fluittonen door trillingen in de
syrinx.
Ze kunnen enorm goed geluiden imiteren en in gevangenschap kunnen ze tot
wel 750 verschillende woordjes leren. Berucht zijn
ringtones,
die de papegaai steeds uit het hoofd leert. Er zijn echter ook grijze
roodstaarten die helemaal géén woord leren spreken. De grijze roodstaart
kiest een partner voor het leven, samen maken ze een nest in boomholtes,
het wijfje krijgt buiten het regenseizoen 2 tot 5 eieren waarop ze
gedurende ongeveer 4 weken broedt terwijl de man oppast en voor het eten
zorgt. Beide ouders verzorgen de kuikens gedurende ongeveer 3 maanden.
Ze brengen de dag door met hun partner en soms in kleine groepjes van
pakweg 20 tot 30 vogels. Als het begint te schemeren vormen ze grotere
groepen en gaan gezamenlijk op zoek naar voer. Ze vliegen rechtlijnig en
soms in grote hoogte. In het wild worden vruchten, noten, bessen, zaden,
bloemen en bloemknoppen gegeten, palmnoten zijn beslist erg favoriet. Natuurlijke vijanden zijn roofvogels en slangen. Kuikens worden ook wel door apen uit de nesten gehaald. De grootste bedreiging is echter de mens, door habitatvernietiging maar zeker voor deze soort ook de illegale handel in exotische dieren.
|
![]() |
||||||||||||||||||||||
Amazonepapegaaien komen voor in
Zuid-Amerika
en vooral, zoals hun naam al aangeeft, rond de
Amazone.
Het genus komt echter voor tot in
Mexico
en de
Caraïben
in noordelijke richting en tot en met
Argentinië
in het zuiden.In de
Dominicaanse Republiek
wordt een bepaald soort Amazonepapegaai, de Cotica ofwel
Amazona ventralis, als
nationaal symbool beschouwd.
Het determineren van amazones kan erg moeilijk zijn; de meeste soorten
zijn zeer variabel, gelijken sterk op andere soorten of kennen
verschillende ondersoorten die ook weer erg variabel kunnen zijn. Zo
zijn er bijvoorbeeld blauwvoorhoofdamazones zonder blauw voorhoofd maar
met een vrijwel geheel gele kop, bestaan er geelnekamazones zonder gele
nek, heeft de witvoorhoofdamazone soms nauwelijks wit op het voorhoofd
en kennen soorten als de geelvoorhoofdamazone en de dubbele
geelkopamazone zeer veel variatie van individu tot individu in de
hoeveelheid geel. Dit betekent dat het vaak voorkomt dat exemplaren op
foto's of in gevangenschap fout gedetermineerd worden, zelfs in
deskundige werken. Bij determinatie zijn naast, voor de hand liggend,
het kleurpatroon van de kop, ook de kleur van snavel, oogring, staart en
schouders vaak belangrijk. Een extra complicerende factor is dat vanwege
de determinatieproblemen in gevangenschap ook hybriden voorkomen.
Amazonepapegaaien kunnen erg tam worden maar hebben een redelijk fel
karakter. Ze worden als goede praters beschouwd. Het is echter
belangrijk om te weten dat deze intelligente vogels het beste geen
mensen maar soortgenoten als gezelschap hebben. Het houden van deze
dieren kan dus het beste in paarverband in volières en niet als eenzaam
huiskamerdier.
De meeste soorten zijn daarnaast ook bedreigd en ook dat zou een goede
reden moeten zijn proberen te kweken en niet slechts te 'verbruiken'.
In Nederland komen de meeste soorten wel in gevangenschap voor maar vaak
slechts in kleine aantallen. Voor zover bekend komen alleen
A. guildingii,
A. brasiliensis,
A. vittata,
A. imperialis,
A. arausiaca,
A. versicolor en A.
mercenaria niet in Nederland in gevangenschap voor. |
![]() |
||||||||||||||||||||||
De wildkleur valkparkiet is de meest voorkomende en heeft de volgende
kenmerken: Grijs met witte vlekken op de vleugels, een gele kop met een
gele kuif, en oranje oorvlekken. Er zijn ook andere kleurvariëteiten
gekweekt, bijvoorbeeld de lutino, opaline(gepareld), grijs en wit, en
albino. Het geslachtsverschil is weinig opvallend - de mannetjes ('man')
hebben een gele kop en kuif, het vrouwtje ('pop') heeft een minder gele
kop, wat vooral bij onderlinge vergelijking van een paartje opvalt, en
ook niet bij alle kleurvarianten zichtbaar is. Kenners kunnen het eerder
aan bepaalde gedragingen zien, mannetjes vertonen machogedrag. Ze wegen
80 à 110 gram en zijn ongeveer 30 tot 33 centimeter lang (kop-staart).
Valkparkieten kunnen goed als huisdier worden gehouden maar
aspirant-valkparkiethouders moeten zich realiseren dat vooral de mannen
erg luidruchtig kunnen zijn en dat de veren stof produceren, er zijn
speciale onderdonsveren die tot een soort poeder uit elkaar vallen, net
als bij
duiven.
Vooral als ze in de eerste 8 levensweken veel met mensen in contact
komen kunnen ze erg tam worden. Valkparkieten worden gemiddeld tussen de
15-20 jaar oud maar je hebt natuurlijk uitzonderingen. Ze komen in
gevangenschap relatief gemakkelijk tot broeden.
Ze eten voornamelijk grof parkietenzaad, daarnaast wordt aangeraden om
ook met grote regelmaat groenvoer aan te bieden. Er moet ook dagelijks
vers
drinkwater
beschikbaar zijn. Naast grof parkietzaad bestaan er ook totaalvoeders in
de vorm van pellets. Sommigen vinden pellets minder gewenst omdat ze de
functie van de krop overbodig maken. Anderen zijn van mening dat pellets
een volwaardiger voer zijn. Om de krop goed te laten werken heeft de
parkiet maagkiezel nodig in de kooi, waarvan hij er af en toe een naar
binnen werkt. Dit is namelijk nodig voor de vermaling van het eten in de
krop.
Wanneer men met valkparkieten wil kweken dus wanneer een mannetje en een
vrouwtje bij elkaar worden gezet en er jongen worden verwacht, kan er
eivoer worden bijgegeven. Dit is normaal gesproken niet nodig om de
vogels gezond te houden.
Minstens 40x50x60 cm, en dan nog wel af en toe buiten de kooi laten
vliegen. Tralies dienen horizontaal te lopen om klauteren mogelijk te
maken. Natuurlijk is het beter om een ruimer onderkomen voor de
valkparkiet te kiezen zodat deze volledig tot zijn recht komt. Een
volière,
Een zieke valkparkiet is vaak te herkennen aan een ander gedrag dan
normaal. Hij zit bijvoorbeeld bol in de veren of slaapt zelfs de hele
dag. Een zieke valkparkiet slaapt daarnaast over het algemeen op 2 poten
in plaats van 1. Ga met een zieke valkparkiet zo snel mogelijk naar de
dierenarts om een diagnose te laten stellen. Mocht de valkparkiet
namelijk de zogenaamde
papegaaienziekte
hebben dan is behandeling bij de mensen die met de besmette dieren in
aanraking zijn geweest soms ook noodzakelijk. De meeste ziektes van
valkparkieten zijn simpel te genezen.
De valkparkiet is goed als huisdier te houden, als het stof en het
lawaai geen bezwaar zijn. Ze kunnen erg tam worden en hebben meestal een
zachtaardig karakter. Let er wel op dat een angstige of boze valkparkiet
wel hard kan bijten als hij dat wil. Valkparkieten zijn zelfs zo
schuchter dat kleinere, maar agressievere vogels zoals de
grasparkiet
ze soms het leven zuur kunnen maken en ze zelfs kunnen verwonden.
Probeer altijd een jonge handtamme valkparkiet te kopen; een oudere
valkparkiet is moeilijker en soms helemaal niet tam te maken. Kijk ook
of de valkparkiet een ring om zijn poot heeft; deze kan links of rechts
worden aangebracht. Zo kan men met zekerheid zeggen of de vogel
inderdaad nog jong is. Tam maken begint met de vogel uit de hand te
laten eten. De valkparkiet is van nature sociaal en nieuwsgierig, en zal
als hij zich eenmaal op zijn gemak voelt zelf initiatief nemen. Er zijn
ook kwekerijen waar de vogel (soms tegen extra betaling) handtam wordt
gemaakt. Kortwieken maakt het tam maken meestal eenvoudiger omdat de
vogel zich niet zo makkelijk meer aan zijn baasje kan onttrekken. Men
heeft dan in ieder geval tot de volgende rui de tijd.
Het kweken van Valkparkieten is niet zo erg lastig, het is wel lastig om
goede koppels te vinden. De mannetjes hebben feller gekleurde rode
wangen dan de pop, al is dit niet bij alle kleurmutaties te zien.
Valkparkieten hebben genoeg aan een hoog broedblok (25x25x35)met een
opening van 8 cm doorsnede, let er wel op dat de onderkant is uitgehold,
zodat de eieren niet van elkaar vandaan gaan liggen. Een pop legt 3-9
witte eieren en broedt 18-21 dagen waarin zij wordt bijgestaan door het
mannetje. Na 4-5 weken vliegen de eerste jongen uit en na 7-8 weken zijn
zij zelfstandig. Na een half jaar zijn Valkparkieten geslachtsrijp, maar
aangeraden wordt om langer te wachten om ze voor de kweek in te zetten.
Het mannetje krijgt ook pas later zijn felle kleuren.
|
![]() ![]() |
||||||||||||||||||||||
|
|||||||||||||||||||||||
Aan de neusdop is te zien of het een mannetje (man) of een vrouwtje
(pop) is. Dit is het stukje kaal vlees op de bovensnavel waarin de
neusgaten zitten. Mannetjes hebben een blauwe neusdop. De popjes hebben
een roze/lichtbeige neusdop. Bij het popje wordt de neusdop bruin als ze
in broedstemming is. Jonge vogels hebben meestal een lichtbeige neusdop
of lichtblauwe, waardoor het niet zo gemakkelijk is om te zien of het
een mannetje of een vrouwtje is. De neusdop verkleurt na de jeugdrui
(met ongeveer 12 weken).Vogels hebben in
verhouding tot het hele lichaam grote ogen. De ogen van de parkiet zijn
sterk naar opzij geplaatst. Parkieten zijn dus vrijwel onmogelijk
ongemerkt te besluipen. Het gezichtsveld dat door beide ogen tegelijk
wordt gezien, en waar ze dus diepte kunnen waarnemen, is maar klein. Om
goed te kunnen zien moet de parkiet dus zijn kop bewegen. Parkieten
kunnen razendsnel accommoderen (omschakelen van dichtbij naar ver weg
zien). Een parkiet heeft een zeer snel reactievermogen. Dit heeft hij
nodig om voor zijn vijanden te kunnen vluchten.Vogels
zijn warmbloedige dieren. Ze hebben een normale lichaamstemperatuur van
40 tot 42 graden. Als de parkiet het koud heeft of een beetje ziek is
zet hij zijn veren op ('bol zitten'). De laag warme lucht rond het
lichaam wordt dan dikker. Om warmte kwijt te raken gaat hij sneller
ademhalen (80 tot 100 keer per minuut is normaal) of met z'n vleugels
uitgespreid zitten. Vogels kunnen niet zweten. Als er te grote
temperatuurverschillen zijn in de omgeving van de parkiet dan gaat hij
veel vaker
ruien.
In de natuur leven parkieten vooral van
graszaden.
Zaad wordt daarom vaak gezien als volwaardige voeding, maar is het
niet. Geïmporteerd uit landen waar volop gebruikgemaakt wordt van
pesticiden en andere chemicaliën is het geven van zaad uiteindelijk de
oorzaak van de meeste gezondheidsproblemen bij parkieten en papegaaien.
De beste voeding is een compleetvoer, ook pellets genoemd. Dit voer
bevat alle benodigde voedingsstoffen en, heel belangrijk, in de juiste
verhouding. Geeft u een zaadmengsel, geef dan pas nieuw zaad als het
bakje vrijwel geheel leeg is, om te voorkomen dat de vogel er de
lekkerste zaadjes steeds uitpikt waardoor het dieet te eenzijdig wordt.
Parkieten
kunnen, net als de meeste andere papegaaiachtigen, leren geluiden te
imiteren en/of te praten. Het is moeilijk hem te leren maar het
resultaat is prachtig. Met 'spraakles' kan men het beste vroeg beginnen.
Het maakt niet uit of de parkiet een mannetje of een vrouwtje is, ze
kunnen beiden even snel en goed leren praten. Of ze willen praten hangt
af van het karakter van de parkiet. Begin met het aanleren van
eenvoudige woordjes als 'hallo' of met de naam van de vogel, als die
tenminste niet langer is dan twee lettergrepen. De stem van een vrouw of
kind is makkelijker te imiteren vanwege de hogere toon.
Grasparkieten kunnen met
de juiste voeding en verzorging tussen de 15 en 20 jaar oud worden. De
meeste vogels halen deze leeftijd echter niet, door wegvliegen,
ongelukken bij rondvliegen, verkeerde voeding en verzorging en andere
oorzaken. Soms kan de dierenarts een zieke vogel met succes behandelen.
Een goed geïnformeerde eigenaar heeft meer kans op een langlevende
parkiet. Laat u goed informeren voordat u een vogel aanschaft. De oudste
parkiet ter wereld heeft de leeftijd van 29 jaar bereikt. Hij droeg de
naam Charlie.
|
![]() |
||||||||||||||||||||||
Het bos, en dan met name de gedeeltelijk
geruimde gebieden, de open bosgebieden, de bosranden en de halfdroge
gebieden met bomen tot op hoogte van 1500 meter, en op sommige plaatsen
tot op hoogtes van 2400 meter; zijn hun natuurlijk leefgebied. Ze
bezoeken ook de mangroven in sommige gebieden en worden soms gezien
terwijl ze foerageren in gecultiveerde gebieden en in de buurt van
menselijke nederzettingen. De
sedentaire grote geelkuifkaketoes leven in paren of een kleine groepen
tot maximaal 30 kaketoes. In Australië zijn er groepen van enkele
honderden kaketoes waargenomen buiten het broedseizoen. De grote
geelkuifkaketoes in Nieuw-Guinea zijn makkelijk benaderbaar maar in
Australië zijn ze niet makkelijk benaderbaar. Ze zijn altijd erg
verdacht op gevaar, maar ondanks dat toch lastig te vinden in het dichte
gebladerte. Bij uitzondering worden ze ook in grotere aantallen in bomen
gevonden waarin ze ook foerageren.
Zaden zijn de belangrijkste voedselbron
(inclusief
distel
en graszaden) van de grote geelkuifkaketoes. Fruit, bessen, bloesem,
noten, wortels, bloemen, insecten en hun larven zijn een belangrijk deel
van hun dieet. Grote geelkuifkaketoes vallen regelmatig gecultiveerde
gebieden binnen. Met name in de (vroege) ochtend kunnen de grote geelkuifkaketoes erg luidruchtig zijn. Het zijn echte knagers die regelmatig takken nodig hebben. De grote geelkuifkaketoe is na acclimatisering een geharde kaketoe. Hun karakter is in het begin schuw en gereserveerd, maar zal snel omslaan naar een vertrouwd gedrag naar de omgeving en de verzorger. Ze kunnen in een gemeenschappelijke volière gehouden worden, maar kleinere papegaaien kunnen in paniek raken als de grote geelkuifkaketoes te dichtbij komen. De precieze reden hiervan is nog niet bekend, mogelijk wordt de grote geelkuifkaketoe voor een roofvogel aangezien. De meeste kaketoes zijn met de hand grootgebracht wat een zeer intensief werk is, vergelijkbaar met de zorg voor een mensenbaby gedurende ca. 2 maanden,met in het begin vele voedingen per dag. Hun levensverwachting kan tot 110 jaar zijn. In zijn natuurlijk leefgebied haalt de grote geelkuifkaketoe nauwelijks de leeftijd van 20 jaar. Dit komt door ziekten, roofdieren en de stress en het gevaar van elke dag.
Deze kaketoe heeft de reputatie de rustigste
onder de geelkuifkaketoes te zijn. Het woord rustig is hier echter een
relatief begrip omdat een 'rustige kaketoe' eigenlijk niet bestaat. Hij
kan acrobatisch zijn en hangt graag ondersteboven aan een stok waar hij
schreeuwend en slingerend de aandacht van de omgeving vraagt. Doordat ze
groot zijn, zijn ze nogal lastig als huisdier te houden. Ze vragen veel
aandacht en zijn erg luidruchtig. Ze hebben een ruime kooi nodig en
moeten dagelijks de kans krijgen om hun vleugels te strekken. Als ze te
weinig aandacht krijgen gaan ze (voortdurend) schreeuwen en gaan vaak
verenplukken. De meeste grote geelkuifkaketoes die als huisdier worden
gehouden zijn Triton kaketoes. |
![]() |
||||||||||||||||||||||
Het is een bontgekleurde vogel met rode kop,
borst en
stuit. Zijn
keel is wit en zijn buik geelgroen. De
vleugels
en
staart zijn blauwgroen. De kleuren van het
vrouwtje zijn minder fel.
Deze vogels kunnen in een buitenvolière overwinteren. Hun
menu bestaat uit
witzaad,
gierst, geweekte
haver,
zonnebloempitten,
fruit en groenvoer.
De totale lengte van deze vogel is 27 cm (Stanley rosella)
tot 38 cm (geelbuikrosella). Geslachtsrijp na ongeveer 1 jaar. Het nest
bevat 2 tot 8 eieren (afhankelijk van de soort). De broedduur duurt
19-20 dagen en er zijn maximaal 2 broedsels per jaar.
De levensverwachting is in
gevangenschap ongeveer 20 jaar. |
![]() |
||||||||||||||||||||||
Dwergpapegaaien zijn ongeveer 13-17 cm groot, hun
gewicht bedraagt circa 40-60 gram en ze zijn goed te herkennen aan hun
kleine stompe staart. Hierdoor vormen de dwergpapegaaien de kleinste
papegaaiensoort ter wereld. Dwergpapegaaien hebben een snavel die
relatief groot is vergeleken met de rest van hun lichaam.
Dwergpapegaaien zijn er in vele kleuren, alhoewel de meeste groen zijn.
Sommige vogels, zoals de
agapornis
fischeri,
agapornis
nigrigenis,
agapornis
personatus en
agapornis
lilianea, hebben een witte oogrand. Over
het algemeen kunnen dwergpapegaaien zo'n 10 tot 15 jaar oud worden.
Acht van de verschillende soorten komen
van het vaste land van
Afrika.
De negende soort, de
agapornis canus,
komt oorspronkelijk uit
Madagaskar.
In het wild zijn de leefomgevingen van de verschillende dwergpapegaaien
verspreid. Dwergpapegaaien leven in kleine groepen en eten hoofdzakelijk
fruit, groenten, sommige grassoorten en zaden. De
agapornis
taranta eet ook graag
vijgen.
Sommige dwergpapegaaien zijn seksueel
dimorfismisch. Bij deze
soorten is er een duidelijk verschil tussen de man en de pop. Dit zijn
de agapornis taranta,
agapornis canus
en
agapornis
In tegenstelling tot grotere papegaaiensoorten, die al als
huisdier werden gehouden door
Alexander de Grote, zijn de dwergpapegaaien pas naar
Europa
gekomen sinds de 18e eeuw. Dwergpapegaaien worden tegenwoordig, vanwege
de grote vraag, in grote aantallen gekweekt in gevangenschap. Het zijn
ideale vogels vanwege hun kleine formaat, gemakkelijke omgang en de lage
kosten om ze te houden. De meest frequent in gevangenschap gehouden dwergpapegaaien zijn de agapornis roseicollis, agapornis personatus en agapornis fischeri. De eerstgenoemde soorten zijn in zeer veel (ongeveer 60) verschillende kleurenstellingen beschikbaar. De overige soorten zijn minder eenvoudig verkrijgbaar en niet altijd even makkelijk om als huisdier te houden.
|
![]() |
||||||||||||||||||||||
Voedsel: er is
speciaal Lori voer, omdat deze dieren gewent zijn om alleen maar fruit,
nectar en bloesem te eten. Wat weke insecten en zachte zaden kunnen soms
ook, maar als hoofdvoeding hebben ze echt vruchten nodig.
Gedrag: het zijn actieve en nieuwsgierige vogels. Als ze vanaf
jonge leeftijd bij mensen zijn kunnen ze erg tam worden, maar het
blijven zeer luidruchtige vogels. Het liefst worden ze in een paartje
gehouden. Ook nemen ze graag regelmatig een waterbad. Het zijn drukke
vogels die graag klimmen en knagen, ook zullen ze snel om aandacht gaan
roepen.
Johnstone's lori
is een
relatief kleine lori waarvan de mannetjes en vrouwtjes op elkaar lijken.
Een volwassen exemplaar van T.
j. johnstoniae
heeft een groene bovenzijde. Het voorhoofd, de veren rond de
snavel en de keel zijn
oranje-achtig rood. De snavel is oranje. Er loopt een donkerbruine tot
paarse streep van de ogen tot achter in de nek. De ogen zijn
donkerbruin. De borst en buik zijn groenachtige geel met aan de
uiteinden van de veren wat groen. De onderzijde van de staart is
geelachtig groen verlopend van groen bovenaan tot geel onderaan. De
poten zijn donkerblauw tot grijs. Een
juveniel heeft minder rood op de kop en de
streep bij de ogen stopt direct achter de ogen.
Deze soort wordt
inclusief staart 18 centimeter en heeft een
vleugellengte van 10,5 centimeter.
Johnstone' lori komt voor in
montane bos van 1000 meter tot 2500 meter. Ze leven alleen, in
paartjes of in groepjes.
|
![]() |
||||||||||||||||||||||
Zijn naam heeft deze vogelsoort te danken aan zijn schitterend gekleurde kop van het mannetje die qua inderdaad met een rijpe paarsrode pruim te vergelijken is. De voorhoofdsband is dieprood dat over gaat in het blauw van de nek. Hierdoor zijn eigenlijk geen twee mannen op de kop gelijk van kleur. Onder de kop heeft deze vogel een zwarte nekband met daar onder een blauwgroene omzoming.Op de vleugel een rode lakvlek. De pop heeft soms een kleine zwarte baard, maar heeft een grijze kop waarvan het grijs overgaat in een brede gele nekband. De pop mist de rode lakvlek op de vleugels. Bij de man is de bovensnavel oranje geel en de ondersnavel geel. bij de pop is de snavel wat fletser van kleur. Jonge vogels lijken op de pop. Een volwassen mannetje is
herkenbaar aan een rode schoudervlek. De totale lengte van kop tot
staart van de pruimekopparkiet is ongeveer 35 tot 37 centimeter. |
![]() |
||||||||||||||||||||||
De soorten ara's zijn: genus Anodorhynchus, genus
Cyanopsitta, genus Ara, genus Primolius, genus Orthopsittaca, genus
Diopsittaca. Ze zijn inheems in de regenwouden van Midden- en
Zuid-Amerika. Van de zeventien soorten ara's, worden er 16 bedreigd.
Vijf soorten ara's zijn reeds uitgestorven. De grootste problemen die de
ara's bedreigen zijn de snelle ontbossing en het illegaal vangen van
vogels voor de handel. Ara's zijn er in
verschillende grootte te vinden. De kleinste van hen is de Diopsittaca
nobilis. Deze is ongeveer 30 cm lang. De grootste ara is de hyacinthara
die een afmeting kan hebben van ruim een 1 tot 1.12 meter. Een goed menu
van een ara bestaat uit pellets {brokjes voeding die al dan niet geperst
zijn die alles bevat wat een ara nodig heeft}, een goed zaadmengsel
waarin verschillende zaden en granen zijn te vinden maar ook
verschillende pitten en noten, verse groenten en fruit. Naast het vaste
voer is een stukje gare kip {wel afgekoeld} of een stuk gekookt ei een
goede aanvulling. Indien zij als huisdier worden gehouden moeten zij van
geschikte takken en speelgoed worden voorzien om aan te knagen en mee te
spelen. Het zijn zeer intelligente dieren. Een ara heeft een vast ritme
nodig met voldoende aandacht. Hoewel er soms wordt gezegd dat ze veel
aandacht nodig hebben is het belangrijker dat ze elke dag eenzelfde
hoeveelheid aandacht krijgen. Het liefst op een vaste tijd van de dag. Ara's leven lang. De
oudst bekende ara's werden ongeveer 75 jaar, maar er zijn ook anekdotes
over exemplaren die meer dan 100 jaar oud geworden zouden zijn. Deze
berichten zijn echter amper serieus te nemen. Ara's zijn monogaam en
kiezen een partner voor het leven. De meeste ara's zijn gemiddeld
broedrijp tussen de 3 en de 8 jaar. Uitzonderingen daargelaten. Ara's
zijn vaak lieve en aanhankelijke dieren maar kunnen absoluut
onberekenbaar worden indien zij met eieren of jongen zitten. In de
broedtijd kan men beter de ara's met rust laten. In hun broedagressie
vallen ze meestal blind aan waarbij ze een enkele keer hun eieren of
jongen zonder pardon vertrappen met alle gevolgen van dien. Er worden
verschillende soorten ara's in huis gehouden. De meest voorkomende zijn
de ara nobilis, ara maracana, ara severa, blauwgele ara, groenvleugelara
en verschillende hybriden zoals de harlekijn. Daarnaast komen in
huiskamers ook de geelvleugel, soldatenara, roodoorara en heel af en toe
zelfs een hyacinthara voor. Dit echter in veel mindere mate dan de eerst
genoemden. Ara's lijken in
bepaalde opzichten allemaal op elkaar. Wat betreft het gedrag echter
zijn er zeer veel verschillen. Zo staat de blauwgele ara bekend als een
drukke maar lieve allemansvriend. De groenvleugel ara staat bekend
vanwege zijn conservatieve houding en de geelvleugel ara bvb als pitbull
onder de ara's. Voor u een ara in huis gaat nemen is het dus van groot
belang dat u zich eerst heel goed laat informeren over de verschillen
van de soorten. De indivenduele karakter eigenschappen verschillen per
soort maar ook per exemplaar. Zoals alle papegaaien is een ara boven
alles een dier. Hoewel hun intellect gelijk wordt gesteld aan dat van
een kind van 3 tot 6 jaar is het geen kind.
Een ara kan dus nooit als dusdanig behandeld
worden. |
![]() |
||||||||||||||||||||||
De monniksparkiet bouwt
zijn
nest in kolonies met vele parkieten. Het is voorgekomen dat
een dergelijke "parkietenflat" het formaat had van een kleine
auto. Dit gedrag is vrij ongewoon voor
een
papegaai en is waarschijnlijk geëvolueerd
omdat op de
pampas weinig
bomen groeien en de
aanwezige nestruimte efficiënt moest worden gebruikt.
Ook in
Nederland is deze soort verwilderd. Zo is in
2003 een grote zwerm aangetroffen in
Wageningen.
Het komt voor dat
Monniksparkieten "halfwild" leven. Dat wil zeggen dat ze vrij kunnen
vliegen (en meestal nestelen) maar dat ze voor voedsel bij hun eigenaar
terecht kunnen. De gangbare methode is om dieren eerst in een volière
aan de omgeving (bijvoorbeeld de achtertuin) te laten wennen en hen na
een aantal maanden pas los te laten. De kans is groot dat de dieren
terug blijven komen voor voedsel. Die kans wordt groter als meerdere
dieren samenwerken en gezamenlijk vrij vliegen. De monniksparkiet is een
sociaal dier en zal anders op zoek gaan naar een andere kolonie.
Bovendien zorgt het vrij laten in groepen ervoor dat de dieren gaan
nestelen. Hierdoor kunnen het er snel meer worden.
Ouwehands
Dierenpark
in
Rhenen heeft een grote
zwerm vrijvliegende monniksparkieten. |
![]() |
||||||||||||||||||||||
|
|||||||||||||||||||||||
Ondanks dat door de grote
uiterlijke verschillen tussen de pop en de man je direct ziet van
welk geslacht ze zijn, is het verschil tussen de verschillende
ondersoorten bij de mannen heel slecht te zien. De verschillen zijn
klein en bijna alleen maar te zien door de ervaren kweker. Bij de
Nieuw Guinea pop zie je een duidelijke afscheiding tussen het rood
en kobaltblauw van de borst, terwijl deze bij bijvoorbeeld de
Halmahera pop in elkaar overloopt van blauw paars, naar rood. De N.G
pop heeft een rode staart, en krijgt als ze volwassen is een
prachtige blauwe rand rondom haar ogen. De Edelpapegaai is een
papegaai van gemiddelde grote met een lengte van ongeveer 40
cm. Wat betreft de mogelijkheid om de spraak na te bootsen behoren
de Edelpapegaaien tot de betere onder de papegaaien, bijna net zo
goed als de grijze roodstaart. Als er veel aandacht aan wordt
besteed kan de Edelpapegaai hele zinnen leren spreken en veel
geluiden nadoen. De Edelpapegaai is een erg intelligente papegaai. Zij kunnen een sterke band opbouwen met hun eigenaar. De Edelpapegaai zoekt niet zo zeer lichamelijk contact, maar vind het fijn om bijvoorbeeld bij de eigenaar op schoot samen televisie te kijken, of bij je zitten terwijl je in de keuken bezig bent of de was aan het doen bent. Ze kunnen ook soms een beetje chagrijnig zijn. Dan worden ze liever even met rust gelaten. Bijten zal een goed gesocialiseerde Edelpapegaai zelden doen, hoogstens in de eerste maanden terwijl men nog bezig is met de opvoeding. Als dit al gebeurt is het vaak een angstreactie op een bepaalde situatie. Behalve hun buitengewone schoonheid is ook hun sterke persoonlijkheid wat hun tot een aantrekkelijk huisdier maakt. De meeste zijn niet vernielzuchtig of luidruchtig. Ze zijn in staat om een krachtig geluid voort te brengen, maar meestal doen ze dit niet met regelmaat of ze moeten ergens bang voor zijn of er moet een gedragsprobleem zijn. Ondanks dat ze niet zo vernielzuchtig zijn als andere papegaaien van medium grote, let altijd goed op, want de snavel is zeer krachtig en voortgedreven door nieuwsgierigheid kunnen ze op hun zoektochten natuurlijk wel hun handtekening achterlaten op o.a. de meubelstukken. Edelpapegaaien worden
door hun eigenaars over het algemeen beschreven als redelijk rustig,
niet vernielzuchtig (dit in tegenstelling tot kaketoes en ara's), wat
afstandelijk maar niet snel geneigd tot bijten. Het zijn redelijk goede
praters. De Edelpapegaai komt van nature voor in
Nieuw-Guinea,
Indonesië
en Noord-Australië.
Net als andere soorten papegaaien leven de dieren in hechte paartjes. Er
komen enkele
ondersoorten
voor, waarbij de subtiele verschillen in uiterlijk vooral waarneembaar
zijn bij de vrouwtjes. |
![]() |
||||||||||||||||||||||
Het Bont boertje heeft een gele buik en haast twee shouder
veertjes bij het begin van zijn vleugel. Het hoofd is grijs en loopt
over naar groen. Het Bonte boertje heeft geen lange staart maar een
korte. De vogel is dan ook maar zo rond de 25 cm groot. Als de vogel
jong is zijn de ogen zwart. Maar als het ouder word krijgt het eerst een
zwarte
pupil met een lichtgrijze
ring eromheen. Als het zo rond 1,5 2 jaar is krijgt het een oranje/geel
achtige ring inplaats van de grijzering om zijn ogen. |
![]() |
||||||||||||||||||||||
Andere interessante papegaaien: | |||||||||||||||||||||||
![]() Hawk-headed Parrot (Deroptyus accipitrinus accipitrinus) |
![]() Meyer's Parrot (Poicephalus meyeri) |
![]() White-capped Pionus (Pionus senilis) |
![]() Derbyan Parakeet (Psittacula derbiana) |
![]() Alexandrine Parakeet (Psittacula eupatria) |
![]() Red-bellied Parrot (Poicephalus rufiventris) |
||||||||||||||||||
▸HOME ▸VOGELS ▸BOEKEN ▸FOTO`S ▸VIDEO`S ▸LINKS |